Vooroordelen, heb ik die dan? Ieder mens heeft ze. Hoewel vooroordelen tot op zekere hoogte behulpzaam kunnen zijn om een wereld vol prikkels te ordenen, kan het ook leiden tot stigmatisering. GGZ-professionals hebben net als iedereen vooroordelen en kunnen de mensen die zij behandelen (vaak onbewust) stigmatiseren. Hoe kunnen we aan de slag met destigmatisering in de praktijk?
Mensen met een psychische aandoening behoren tot de meest gestigmatiseerde groepen van de samenleving; 80 procent van de mensen met een psychische aandoening ervaren vooroordelen en (zelf)stigmatisering. Bijna een kwart (22,3%) van alle stigma ervaringen bij ggz-patiënten wordt opgedaan in de ggz. Patiënten ervaren bijvoorbeeld gebrek aan begrip, empathie, acceptatie, dat zij als niet competent gezien worden of dat zij worden geassocieerd met geweld. De zorgverlener is vaak een belangrijk persoon voor de patiënt, waardoor de impact van stigma door de hulpverlener extra groot is. Ervaringen van stigma in de ggz hebben een negatieve weerslag op de gezondheid, de eigenwaarde, het zelfvertrouwen en het herstel van de patiënt.
Aangezien herstel het doel is van behandeling en begeleiding in de ggz en de potentiële impact van stigma door de hulpverlener groot is, behoeft het tegengaan van stigma in de ggz aandacht. In deze workshop stellen we (de)stigmatisering binnen de ggz centraal en kijken we naar mogelijkheden om stigma binnen onze eigen praktijken tegen te gaan.
Vorm
De workshopleiders (Alan Ralston, Luca Koppen en Mirte Sonntag) gaan aan de hand van een filmfragment over stigmatisering binnen de ggz (uit de impactproductie Bij Nader Inzien) de dialoog met deelnemers over het thema aan. Vanuit de eigen ervaring en wetenschappelijke kennis wordt met de deelnemers gekeken naar de betekenis van stigma, de effecten hiervan voor de patiënt en worden handelingsperspectieven aangereikt om stigma in de dagelijkse praktijk tegen te gaan.
Bronnen
2 sessies
1 sessies